PvdA stelt schriftelijke vragen aan het College
Op 8 oktober jongstleden deed de Centrale Raad van Beroep (CRvB) uitspraak over de wijze waarop een inwoner uit Steenbergen huishoudelijke hulp kreeg toegekend.
De uitspraak die de Centrale Raad deed, heeft verstrekkende gevolgen voor de manier waarop vele gemeenten in het Sociaal Domein hulp huishoudelijke hulp indiceren, maar ook inkopen.
Veel gemeenten zijn, o.a. als gevolg van de bezuinigingen op de huishoudelijke hulp anders gaan indiceren, namelijk niet meer op grond van een aantal uren hulp per week, maar op grond van een te behalen resultaat: namelijk een schoon en leefbaar huis. De zorgaanbieder bepaalde daarbij het resultaat dat geleverd moest worden (bv. eenmaal per week de badkamer schoonmaken enzovoorts). Het ‘leveringsplan’ van de hulp bepaalde de hulp die iemand kreeg en daar werd geen recht op een vast aantal uren hulp aan gekoppeld.
De CRvB geeft nu aan dat in de beschikking bij een maatwerkvoorziening huishoudelijke hulp echter óók moet staan op hoeveel uur hulp men recht heeft. Het resultaatgericht indiceren moet daarmee in veel gemeenten op de schop dan wel aangepast.
Om te bepalen in hoeverre deze uitspraak consequenties heeft voor de wijze waarop in Stichtse Vecht de huishoudelijke hulp wordt uitgevoerd en ingekocht, heeft de PvdA Stichtse Vecht de volgende schriftelijke vragen aan het College van B&W gesteld: Klik op deze link om de vragen te bekijken